Vandaag, vrijdag 5 augustus, heeft de voorzitter van de Sectorraad Paarden (SRP) deelgenomen aan het zogenaamde Remkes-overleg in het kader van de stikstofproblematiek. Zij heeft daar ingebracht dat de voorstellen van het kabinet veel ophef en grote onrust teweeg hebben gebracht in de paardensector. De stikstofplannen treffen niet alleen de circa 6.000 primaire paardenhouderijen maar een gehele ‘paarden-economie’ met een kleine half miljoen aan paardensportbeoefenaars en een totaal van circa 1,75 miljard aan genereerde omzet.
De onvrede breder is dan alleen het afgelopen jaar. De ervaring is dat het kabinet een ‘zwalkend beleid’ voert. In dit eerste gesprek met bemiddelaar Remkes ging het vooral over hoe het zover heeft kunnen komen. In willekeurige volgorde zijn daarbij ook de volgende onderwerpen gepasseerd:
- Problematiek rondom PAS-melders: kan men tot een versnelling van legalisering komen;
- ‘Stikstof-kaartje’: communicatief fout gegaan. Individuele ondernemers kunnen aan het kaartje niets ontlenen;
- Focus ligt nu op depositie van stikstof: een ondernemer kan meer doen aan emissie en om die reden zou daar beleid op ingericht moeten worden;
- De onderbouwing van de versnelling van 2030 in plaats van 2035 ontbreekt;
- Er moet een sociaaleconomische impactanalyse komen;
- Meer ruimte voor juridisch houdbare innovaties.
Specifiek voor de paardensector heeft de voorzitter van SRP onder andere aangegeven dat wanneer er vervolggesprekken plaatsvinden, al dan niet op provinciaal- of gebiedsniveau, betrokken paardenhouderijen daar een belangrijke inbreng moeten kunnen hebben. Over doelen en methoden om stikstofdepositie te verminderen moet een open gesprek kunnen worden gevoerd. De paardensector is in meerdere opzichten onvergelijkbaar met de overige agrarische bedrijfstakken. Daarmee zal in de voorstellen rekening gehouden moeten worden.
De SRP was als collectieve belangenbehartiger van de hippische sector de enige vertegenwoordiger uit de paardensector. Naast SRP zaten er negen andere belangenbehartigers namens de landbouw aan tafel. Ook zij hebben hun zorgen uitgesproken. Het kabinet zat er met vier mensen: premier Rutte, minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof), minister Henk Staghouwer (Landbouw) en minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat).
Volgende week gaan de gesprekken verder. De SRP is uitgenodigd om verder te komen praten.