Woensdag overlegt de Tweede Kamer over nieuwe consumentenwetgeving. Door Europese wetgeving wordt de garantietermijn verlengd van zes maanden naar één jaar. Óók voor levende dieren zal dit gelden. De Sectorraad Paarden roept samen met de organisaties uit de paardensector op om de uitzondering in de wet voor levende dieren te gebruiken. Vooral voor de sportpaardensector.
Mieke Theunissen, secretaris van de Sectorraad Paarden: “Als handelaar zorg je altijd voor de beste kwaliteit bij de verkoop van het paard. Maar een paard is een levend wezen en er kan in één jaar tijd veel gebeuren. Het is dan maar de vraag of de verkoper voldoende beschermd is om aantoonbaar te maken dat een gebrek niet al aanwezig was bij de verkoop van het dier.”
Verslechtering huidige situatie
De belangrijkste wijziging in de wet is dat de duur van de bewijslast voor de verkoper bij gebreken is verlengd van zes maanden naar één jaar. Het is de handelaar die moet bewijzen dat een gebrek of blessure bij het dier na aankoop is ontstaan. Nu kan een verkoopkeuring van een paard veel inzage geven in de gesteldheid van de harde delen van een paard, maar niet op de weke delen zoals banden en pezen. Menig rechter heeft zich al moeten buigen over zaken die in de periode van zes maanden zijn voorgevallen, en de paardensector vreest dat er nog meer conflicten komen bij een garantietermijn van één jaar.
Lobby
Het afgelopen jaar hebben in het bijzonder LTO Nederland, VSN en KWPN regelmatig contact met de Tweede Kamer gehad met deze zorgen over het wetsvoorstel. De fracties zijn erop gewezen dat het kabinet geen gebruik maakt van de uitzonderingsclausule die in de EU-richtlijn zit om de verkoop van dieren uit te sluiten. In Duitsland en Denemarken is wel gebruik gemaakt van deze optie. Woensdag 26 januari bespreekt de Tweede Kamer deze implementatiewet. Zowel de VVD als BBB fracties hebben aangegeven met wijzigingsvoorstellen te komen die aansluiten bij de wensen vanuit de paardensector. De VVD dient een amendement in om de garantietermijn op zes maanden te houden, terwijl BBB het met een amendement wil terugbrengen naar drie maanden. Naar verwachting volgen op dinsdag 1 februari de stemmingen over de amendementen.